Gisteravond hebben we een avondexcursie gedaan om de nachtdieren te bekijken. Om halfzes vertrokken we naar het bos boven Ranomafana. Met zaklantaarns hebben we geprobeerd wat dieren te zien. Dat lukte goed, we zagen de muislemuur (actief) en een aantal kameleons, die in rust waren.
Vandaag heb ik met Anneke, Annelies, Jan en Petra een lange tocht door het regenwoud van het Ranofana Nationaal Park gemaakt, waarbij we naast het secundaire woud (wat we gisteren ook zagen) ook het primaire woud zagen. Het primaire regenwoud had veel meer soorten en grotere bomen
We zagen weer de gouden bamboelemuur, maar ook een nieuwe soort, de grote bamboelemuur. We konden deze lemuur tot op een afstand van 3 meter benaderen. Ik heb foto’s en een video van hem gemaakt. Helaas is deze soort ernstig bedreigd, in het Nationale Park leven alleen nog de twee individuen die we zagen: het was een mannetje en zijn dochter, dus er zijn geen nakomelingen te verwachten. We moesten langs de hellingen klauteren om dicht bij de dieren te komen. Op een bepaald moment zag ik dat mijn pols bloedde. Volgens onze gids Stefan was dit de werking van bloedzuigers. Ik zag ze niet, we zagen ze wel later op de dag.
Tijdens onze lunch aan een tafeltje onder een afdakje kwamen twee mangoesten langs. Ze waren niet schuw, ze kwamen naar ons toe toen we stukjes brood naar hen gooide. Ik kon een groot aantal foto’s en wat videofragmenten van hen maken. Ik vond het het hoogtepunt van de dag.
We kwamen na 19,4 km lopen, met veel klimmetjes en afdalingen, weer bij hotel Manja aan.
Morgenochtend rijden we naar Manakara, een plaats aan de Indische Oceaan.