‘Make your shoes wet’, zegt Lambert bij het ontbijt. De afgelopen dagen hebben Lambert en Irina van alles gedaan om te zorgen dat we droge voeten houden bij het oversteken van stroompjes: het leggen van steentjes waarover we kunnen stappen, onze handen vasthouden tot ons op hun rug oversjouwen. Maar nu moeten we vandaag met de schoenen aan door de beken. Elke keer de schoenen uitdoen en weer aandoen gaat te veel tijd kosten.
Na het ontbijt lopen we vanuit het dorp eerst omlaag en dan gaan we een paadje naar links in. Dat paadje volgt rechts of links een beek. We gaan regelmatig door de beek. Na een uur lopen langs de beek krijgen we een pad dat van de beek afloopt en omhoog loopt. Het landschap is mooi, maar het is een half-natuurlijk en een half-cultuur landschap: het originele primaire bos is verdwenen. Het is om verdrietig van te worden, als je de kaalgemaakte hellingen ziet. Het is vorm van landbouw, waardoor de grond wegstroomt of na enige tijd uitgeput is geraakt.
Na de lunch loopt de route voornamelijk naar beneden. Evenals op de vorige dagen zijn er gemakkelijke stukken en stukken die spekglas zijn. Maar ons tempo is duidelijk hoger dan op de tweede dag.
Om half vier zegt Lambert: ‘Ik heb een verrassing voor jullie. Let op over 20 minuten.’ En dan, om vier uur, staan we weer bij een grote rivier. Het is weer de Riasila, aan de overkant ligt het dorp waar we gaan slapen. Fijn, dat we zo opgeschoten zijn, dat we niet tot half zes hoeven te lopen.
We kruisen weer de rivier de Riasila, nu met een grotere boot, waar wij en de dragers en gidsen inpassen.