Om half vier liep de wekker af. Ik douchte met het koude water uit de kraan. Helaas had ik niet de beschikking over mihn toilettas, die zat in mijn grote rugzak onder het doek bovenop de pick-up. De avond hiervoor wilde de chauffeur onze bagage niet van het dak halen, dat zou te veel tijd kosten.
Ik schoot mijn kleren aan en ging naar buiten. Daar trof ik Annelies aan, die in een andere bungalow had geslapen. Wij liepen naar de bungalow van Corrie en Jan. hun deur was open, maar er kwam geen rectie op mijn geklop op de deur. Zouden ze al naar onze 4 WD zijn gegaan? We liepen naar buiten, de auto stond niet meer voor de deur. Links, naar beneden stond een menigte tussen een aantal auto’s. Dat bleek de pont te zijn. We hadden gisteravond dus de eerste brede rivier bereikt? Zouden Corrie en Jan hier al op zitten? We konden hen niet onderscheiden in het donker. We besloten ook maar de pont op te gaan. George had ons verteld dat we tijdens de tocht 12 rivieren met behulp van een pont (bac) moesten passeren. Dat kon ik ook nog herinneren van de BBC documentaire “Dangerous Roads”. Het was nog pikdonker toen de pont na enige tijd in beweging kwam. Ongeveer om half vijf waren we aan de overkant. Toen de auto’s er afreden zagen we Corrie en Jan. We stapten in en ook de Malagassiers uit de achterbak stapten in.
Vanaf nu reden we over een onverharde weg met kuilen en heuvels. De auto galmde en kreunde bij het passeren van de hobbels en wij werden door elkaar gehotst. Naast de chauffeur was er ook een bijrijder. Die liep of rende links of rechts van de auto om de kuilen en heuvels te zoeken, die de chauffeur moest ontwijken. Bij de wat betere trajecten reed hij op de treeplanken links of rechts mee. Bij de grote kuilen hing hij met zijn gewicht aan de andere kant, als de auto teveel naar een kant ging hangen. Regelmatig toeterde de chauffeur. Dat was het signaal voor de mensen van de achterbak om uit te stappen en een stukje te lopen: de auto was dan te zwaar beladen om de helling te nemen. Wij moesten er alleen uit bij de rivieren en als de auto over een wankele brug moest rijden.
Na ongeveer twee uur rijden bereikten we de tweede rivier. Hier lag een bac die maar twee auto’s tegelijk kon vervoeren en wij waren de zesde auto in de rij. We konden dus rustig ergens gaan ontbijten. De chauffeur en de bijrijder hadden de voorklep van de 4 WD opengegooid en water in de radiator bijgevoegd.
Ze lagen onder de auto te hameren. Volgens Jan was er iets mis met de cardanas. Jan heeft technische natuurkunde gestudeerd en weet theoretisch hoe een auto werkt. Maar hij had geen praktische kennis om hen te kunnen helpen. Mij leek het vreemd, dat je met een hamer een auto repareert. Na ongeveer twee uur wachten konden wij op de bac. Die dag passeerden we nog vier andere rivieren en bij elke wachttijd waren de chauffeur en de bijrijder aaan het hameren. Soms kwamen ze met lange onderdelen (de cardanas?) onder de wagen vandaan en zaten ze in het gras te hameren. De passage van de riveren vond ik steeds een echt spektakel, het oprijden en afrijden op de bac moest steeds voorzichtig plaatsvinden. Er werd dan veel heen en weer geschreeuwd om de auto via de houten op en afritten op een goede manier op de bac te krijgen.
Na de zesde rivier werd het langzaam donker. We kwamen toen in een traject van de route die in een heel slechte staat was. Het was het wegdeel dat aan de ooskant van het Mananara Nord Nationaal Park langs de zee liep. De auto reed stapvoets en de bijrijder rende van links naar rechts om naar de weg te kijken. Omstreeks 22 uur hoorden we een kleine knal. De chauffeur stopte meteen. Vollgens Jan was er een bladveer rechts gesprongen. ‘ Nu is de tocht afgelopen,’ zei Jan. Maar onze chauffeur reageerde met de opmerking: ‘reparable’. Wij hadden er een hard hoofd in, we kropen weer uit onze cabine en gingen naast de weg zitten. De chauffeur en de bijrijder krikten de auto op verwijderden het wiel. Daarna gingen ze weer aan de slag met de hamer. Eindeloos werd er gehamerd. Er kwam na enige tijd een brommer langs, die een bladveer bij zich had (toevallig of was die telefonisch benaderd?). Deze man reed na enige tijd met de veer weer weg, waarbij Annelies op zij moest springen omdat de man in het donker haar bijna omver had gereden. Na enige tijd stopten de mannen met het hameren en de chauffeur zei : ‘finished’. Wij konden ons niet voorstellen dat de auto gerepareerd zou zijn en wij zagen al het volgende scenario voor ons: met al onze bagage gaan lopen als het licht wordt of door een andere 4wd 12 of 18 uur later opgehaald worden. De chauffeur zei dat hij later verder wilde rijden en hij vertrok met de bijrijder naar een plek in het struikgewas om te gaan slapen. Nadat we wat water hadden gegeven aan een vrouw met een baby in de achterbak besloten we ook wat te slapen, we kropen weer in de cabine in de hoop zittend wat te slapen.