Twee uur te vroeg stonden we in het donker bij de aanlegsteiger van de Melissa Express. Er was geen enkele activiteit te bespeuren. Ik besloot met mijn app Star Chart op de Iphone de sterren te bekijken. Dat viel niet mee. Er waren genoeg sterren te zien, maar met het gebruik van de app had ik nog wat moeite.
Tegen twee uur zagen we de andere reizigers aankomen. Pas om twee uur gingen de lichten op de boot aan en om kwart over twee mochten we inschepen. In de kajuit was plaats voor 54 zitplaatsen: 9 rijen van elk 6 stoelen, met in het midden een gangpad. We namen met zijn vieren plaats op een rij.
Toen ik ging zitten, merkte ik al dat ik mijn benen niet meer kon bewegen, omdat er te weinig ruimte voor was. In een kramphouding nam ik plaats en tussen mijn benen plaatste ik mij dagrugzak, die niet pastte in de ruimte boven de plaatsen. Ik deed mijn ogen dicht om te gaan slapen.
Toen we even later het ruime sop kozen, merkte ik dat er een behoorlijke deining was. Mijn ogen dichthouden was niet meer mogelijk, dan zou ik zeeziek worden. De boot schommelde van links naar rechts en van voren naar achteren. Ik zag de golven tegen de raampjes boven mij spatten, buiten zijn zou gevaarlijk zijn. Toen het licht was, bleek de halve boot zeeziek te zijn. Om mij heen waren emmers uitgedeeld en ik zag er veel passagiers over gebogen. Ook Annelies en Coby hadden ze nodig. Ik kon mijn misselijkheid verbergen en Jan bleek dat ook te kunnen. Volgens Jan waren de golven 2,5 meter hoog.
Onze eerste stop was Mananara, omstreeks 7 uur. Iedereen stapte uit en wij deden dat ook. Op de steiger stonden we te wachten, terwijl het personeel de kajuit schoon spoelde en de emmers schoonmaakte. Na enige tijd konden we weer instappen, rond half acht vertrokken we voor het laatste deel van de bootreis. Toen we weer het ruime sop kozen, kwam de deining terug. Weer kwamen de emmers te voorschijn. Iedereen was blij dat we uiteindelijk, rond 12.00 uur de rivier opvoeren naar het dorp Soanierana Ivongo. Daar stond een bus van Melissa Express te wachten, die ons over de asfaltweg naar Tamatave zou brengen. Onze bagage werd naar de bus gebracht.
Omdat de bus niet meteen vertrok, konden we in hetzelfde hotel waar we op de heenweg geslapen hadden, wat drinken. Ik kon nog snel wat brood met een omelet naar binnen werken, voordat de bus vertrok.
Na een oponthoud van een half uur vertrok de bus en na een paar uur rijden kwamen we via Fenerive weer in Tamatave aan. Daar namen we twee tuktuk’s, die ons omstreeks vijf uur afzetten bij het Centre Lambahoany.
Die avond gingen Annelies, Jan en ik eten bij het restaurant om de hoek. Corrie was te uitgeput en was gaan slapen.