Op deze dag besloten we naar Ivoloina te gaan, de planten en dierentuin ten noorden van Tamatave. Ik was daar in 2012 ook even geweest.
Omstreeks 10 uur kwam de taxi voorrijden, die George voor ons geregeld had. We kwamen een uur later bij de ingang aan.
Helaas was er geen gids beschikbaar, die ons nog wat zou kunnen vertellen. Daarvoor moesten we over een uur terugkomen bij de receptie. In de tussentijd liepen we naar het “dierentuingedeelte” van deze tuin, dat bestond uit een paar hokken met lemuren, slangen en een vogel. Ik maakte er wat foto’s en wat korte filmpjes, op het moment dat de lemuren eten kregen. Die waren toen alleen in de vruchten geïnteresseerd en niet in ons.
Toen we bij de receptie terugkwamen, troffen we een gids aan. Mamy zou met ons meegaan. We liepen langs een open gebouw, waar een groep kinderen les kreeg over de natuur. Maar ze vonden ons spannender. Ik wilde de les niet verstoren, dus ik liep na de foto snel door.
We liepen de heuvel op naar het Primaire Regenwoud, of beter gezegd: “wat ooit weer een volwaardig regenwoud moet worden”. Tijdens de wandeling omhoog stelde we zo veel vragen, waarop onze gids geen antwoord kon geven. Hij kende niet zo veel planten. Maar hij was wel sportief en zei: “Ik wil graag dat jullie met een bevredigd gevoel hier weggaan. Dan verdien ik maar niets. Ik zal iemand voor jullie regelen, die meer van planten weet.” Daarna liep hij terug om iemand anders te halen.
Even later was er een andere gids gekomen, dat was iemand van de staf. Hij wist wat meer van de planten, maar zei naar enige tijd: “Ik ken eigenlijk alleen de nuttige planten en bomen. Van alle planten en bomen weet ik niet veel.”
Na wat vragen over zijn opleiding kwam ik erachter, dat hij zijn kennis van een landbouwopleiding had ontvangen en daar was hij natuurlijk alleen maar bezig geweest met nuttige gewassen. Steeds weer blijkt dat de kennis van de Madagassiers over hun eigen flora erg beperkt is. Voor kennis over de flora in Madagaskar moet je in Missouri Botanical Garden, Kew Garden in Londen of de Zuricher Zoo zijn.
Na de rondleiding van een uur, waar we toch wat planten hebben leren kennen, gingen we naar het restaurant naast de receptie. Daar konden we alleen macaroni of spaghetti krijgen. We namen er allemaal een bord Macaroni met peulen en kaas. Onze eerste gids zat nog bij de receptie. We hadden respect voor zijn daad en wilde hem, hoewel hij ons niet veel verteld had, toch wel honoreren: we gaven hem een deel van het salaris voor een gids.
Na de maaltijd liepen we nog wat naar de tuin,bezochten de kleine waterval en verbaasden ons over het groot aantal reizigersplanten en varen. Die waren in de plaats gekomen van het oorspronkelijke regenwoud. Deze secundaire vegetatie kan je moeilijk wegkrijgen, de varens vormen een zo’n dichte laag, waaronder nieuwe bomen met moeite kunnen ontkiemen en opgroeien.
Maar er was ook weer een moment om te genieten, toen we een bloeiende Typhonodorum lindleyanum zagen.
Om vijf uur stond onze taxi weer voor de ingang. We reden terug. Die avond hadden we een gezellige maaltijd met George en Marcia in restaurant “Bateau Ivre” aan de boulevard van Tamatave. Dit restaurant konden we ook lopend bereiken.