Onze laatste dag in Madagaskar. In de nacht van woensdag om 1.40 uur zouden we met Air France terugvliegen naar Europa.
We hadden George een busje laten regelen via het autobedrijf van Justin, om wat rond te rijden. Ik wilde graag naar “Domaine du Lac”, een Botanische tuin aan een meer aan de andere kant van de startbaan van de luchthaven. Door misverstanden kwam onze chauffeur niet om 8 uur, maar pas om 10 uur bij het hotel. Dat was niet echt een probleem, het was mooi weer en het was fijn om door de achtertuin van het hotel Manoir Rouge te lopen. Er staan mooie planten en er staan goede bankjes en picknicktafels om te zitten en te lezen.
Onze chauffeur kende het “Domaine du Lac” niet. We reden, zoals beschreven stond in de Bradt gids om de startbaan heen en daarna door een dorp. Hij moest verschillende mensen op straat de weg vragen, maar uiteindelijk kwamen we bij de tuin aan. Die leek op slot, maar op het gesloten hek hing het bordje “Ouvert”. Door flink te schreeuwen en op het hek te kloppen, wisten we een vrouw wakker te krijgen, die het hek open deed. Helaas was de gids van de tuin ziek, dus moesten we zonder hem de tuin bezichtigen.
We bekeken eerst de plantentuin, die vroeger het Arboretum van Pierre Boiteau was geweest.
Op enkele bordjes bij een planten na, ontbraken de meeste bordjes. Of er stonden nietszeggende bordjes bij de planten. Ik vond nog een geel bloeiende orchidee op een boom. We kwamen ook nog wat sifaka’s tegen en in een huis konden we nog een slang, Mantella kikkers en kameleons , waaronder de reuze Parson kameleon.
Ik had nog naar een heuvel gewild met daarop tombes (Ambohidratrimo ), maar we hadden inmiddels nogal wat honger gekregen. Daarom wilden we langs de Ferme d’Ivato gaan, een biologisch boerderij waar je ook kunt eten. Maar ook dit adres kon onze chauffeur niet vinden. Uiteindelijk kwamen we bij hotel Cheval Blanc terecht, waar we op het terras buiten konden lunchen. Na de lunch gingen Annelies en ik met onze chauffeur nog even naar de Digue Handicraft Centre. Ik kocht er niets meer, Annelies een pallisander snijplank. Tijdens onze rit naar dat centrum was het weer heftig gaan regenen: het was duidelijk dat de regentijd zo langzamerhand begonnen was in de omgeving van Antananarivo.
Die avond aten we nog wat in ons hotel Manoir Rouge en om half tien vertrokken we met een taxi met de bagage naar het vliegveld. Daar moesten we na het inchecken en de douanecontrole nog een lange tijd wachten tot we konden boarden.